2019 – Op 5 februari ontvangen Jan Decorte en Sigrid Vinks in de AB in Brussel de Ultima Algemene Culturele Verdienste. De Vlaamse Minister voor Cultuur Sven Gatz reikt de prijs uit.
Na de wonderlijke laudatio van juryvoorzitter Viviane De Muynck volgt de performance ‘Golden Shower’ door Jan Decorte en Sigrid Vinks.
Arno en Jan Paternoster zingen “Dancing Queen” voor de laureaten.
Laudatio:
‘Roem is gedoe
en Eer nog meer’
Een uitspraak van Judith Herzberg toen zij in november 2018 de Prijs der Nederlandse Letteren in ontvangst mocht nemen.
Roem en eer zijn niet de drijfveren van de kunstenaar, veeleer de dwingende noodzaak om de condition humaine op een genadeloze manier en in al haar naaktheid te vatten in taal, op doek, in beeld, in dans en in klank.
De kracht van soberheid gaat vaak gepaard met een vernieuwende interpretatie van aloude thema’s, die controversiële keuzes niet uitsluit en zich niet verliest in het etaleren van virtuositeit op zich, en die wrange humor niet schuwt. Zo is het, en niet anders.
Een gedrevenheid om telkens opnieuw de grenzen te verleggen en dat zonder enige toegeving aan de mode van het moment. Het doet wel eens een wenkbrauw fronsen, maar het is een houding en een overtuiging die Vlaamse kunstenaars uit alle disciplines al eeuwenlang op de wereldkaart zet.
Misschien helpt het dan toch dat we in een surrealistisch land leven waar we met zijn allen kunnen gillen: “ceci n’est pas une pipe”!
En dat brengt me bij die andere schilder de ik altijd associeer met onze laureaat. Francis Bacon, veelzijdig, verontrustend, fanatiek verdediger van de wereld en de mens zoals hij ze ziet, het penseel in de hand nemend als hij iets te vertellen heeft, bewonderd, geliefd en gehaat.
Ach, grote kunst heeft altijd voor- en tegenstanders, en lokt altijd controverse uit.
‘Het is stil waar het niet waait’ zij mijn moeder altijd.
Nu we het toch over de wind hebben.
Soms is het een fris briesje dat de huid streelt op een zwoele zomeravond (dat lijkt wel een tekst van een Vlaamse schlager !),
soms zijn het harde stoten die lijf en hart verkillen,
en soms is het een orkaan die mens en boom ontwortelt en het land doet daveren.
Genoeg slechte poëzie, wij zijn hier tenslotte om een laureaat te bekronen, of moet ik zeggen: laureaten. Een soort tweekoppig fabeldier, erg populair in de Middeleeuwen. Ik misbruik hier even mijn positie om te verwijzen naar de Apocalyps, het ongelooflijke en grootste wandtapijt ooit geweven in Europa, gemaakt door een Vlaming: Jean de Bruges, waarin dergelijke creaturen dartel rondhuppelen.
Laat ik het eerst over Jan Decorte hebben.
We loven zijn dramaturgisch doorzicht, zijn ‘écriture automatiek’, een soort kinderlijke turbo-taal die poëtisch is, to the point en zonder literaire franje, een schijnbare eenvoud die het onderbewuste diep weet te raken.
‘Kvoel mij gelijk nen Bambi mé mijnart dasseer doe’
Ophélia spreekt. Als dat geen poëtische verdichting is!
Niemand kan de invloed van Jan Decorte op de vernieuwing van de podiumkunsten in Vlaanderen ontkennen. De maker, de schrijver, de acteur, de leraar, de volbloed-artiest die voor mij altijd de mentor zal blijven. Homo Universalis: yin en yang: alhoewel …
Sigrid Vinks vormt sinds het begin van de jaren ‘80 met Jan Decorte één van de hechtste artistieke duo’s in Vlaanderen. Imagine: het moet niet altijd John Lennon en Yoko Ono te zijn, of Nicole en Hugo, nietwaar?
Sigrid : de zielsverwant, de kompaan, de levensgezellin, de mede-denker, de exemplarische actrice die met grote trefzekerheid de wereld weet te schetsen die Jan voor ogen heeft, en die mij altijd doet denken aan de kracht van de eenvoud van het Japanse No en Kabuki theater.
Samen hebben ze spraakmakende voorstellingen gemaakt, van tragedie tot slapstick. Samen bewandelen ze de weg naar een essentie die hen telkens nieuwe avonturen doet beleven, in vier talen en in binnen- en buitenland. Kunst is geen bijverdienste!
Ik buig voor ‘Bloetwollefduivel’ en zijn wolvin die deze Ultima voor Culturele Verdienste eer aandoen.