1991-

Als Jan Decorte zijn hand zet aan een herschrijving van Shakespeares King Lear, dan ontstaan in enkele scherpgetekende trekken de contouren van een koning, zijn verblinding door de macht en het inzicht dat meekomt met de val. De woorden op papier zijn sprookjesachtig en eenvoudig, wat ze vertellen is onnoemelijk wreed.
In het Nederlandse literaire tijdschrift Par-mentier stelt Stefan Hertmans dat Decorte in zijn radicale parodieën op stukken van Shakespeare ‘tot aan de rand van de zelfvernietiging’ ging. ‘De ironie was dodelijk efficiënt, de analyse van wat een opvoering tot een geheel van theaterhandelingen maakt, radicaal doorgevoerd tot op het bot; de acteur-auteur van deze stukken toonde een messcherpe minachting voor alles wat literaire onaantastbaarheid of canon was, maar liet daardoor zien hoever de visie op de werking van de tekst was gewijzigd. Tegelijk slaagde hij erin door deze reducties precies de essentie van Shakespeare te laten zien.’

credits

tekst & regie: Jan Decorte
met: Jan Decorte, Sigrid Vinks, meisje uit het publiek
decor: Jan Decorte, Herman Sorgeloos
kostuums: Jan Decorte, Sigrid Vinks
licht: Jan Decorte
productie: Jan Decorte + Cie

speeldata

geen data beschikbaar