1985 –
Jan Decorte kondigde deze voorstelling aan als een eerste stap naar een ommezwaai in de werking van het gezelschap.
“Van een ommezwaai gesproken: Kleur is alles is rechttoe rechtaan een komedie, door Decorte zelf geschreven. Ze gaat over de atoombom en iemand die een schilderij wil maken maar geen doek, geen penselen en geen verf heeft. En geen onderwerp. De tijden zijn versplinterd en Decortes komedie is navenant. Het materiaal is op een tergende manier lichtvoetig. Kleur is alles bevat een hoge dosis Wim T. Schippers-achtige ongein, Dada is niet ver weg. Tussen de lijnen proef je een flinke portie mal de vivre, onbehagen en onmacht. En passant jakkert Decorte er enkele kunstfilosofische en politieke thema’s door. De voorstelling bevat een aantal elementen dat we ondertussen van Decorte kennen: een naïef-artistieke vormgeving (Sorgeloos en Van Beirendonck) en een speelstijl die vakkundig de vloer aanveegt met voze virtuositeit (met excuus voor het overvloedig allitereren).
Geen ‘artistieke heiligheid’ meer voor Decorte, geen schijnheiligheid, geen faux sérieux, geen pretentie – behalve de pretentie van de pretentieloosheid. Theater moet rock ‘n roll worden, moet ‘snel en grappig’ zijn, en weer een nieuwe Decorte is ons geboren: de comedian.
Ook privé is Decorte veranderd: de arrogante etter met de scherpe tong en het wat kakkineuze accent is een ontspannen en joviale gast geworden die in een ongegeneerd Vlaams spitse oneliners de wereld instuurt. De highbrow kunstenaar is een popartiest geworden.” Johan Wambacq Etcetera